Close

Egypte

“Op die dag zal er een altaar voor Jahweh staan, midden in het land Egypte en aan zijn grens een opgerichte steen ter ere van Jahweh (Jesaja 19:19) is ingelost met de vlucht van de Heilige Familie voor het gezicht van koning Herodus om asiel in Egypte te vinden. Het lijkt alsof Jezus Christus in zijn kinderjaren naar Egypte is gekomen om de eerste steen van zijn kerk te leggen.

Die kerk werd één van de vier Apostolische zetels ter wereld, naast Jeruzalem, Antiochië en Rome, uitgebreid later met de zetel van Constantinopel.

De ster van de Egyptische kerk straalde door de School van Alexandrië die de christelijke wereld, in de eerste eeuwen, de allegorische en geestelijke methodes van interpretatie van de Bijbel had geleerd, en het Orthodoxe geloof had verdedigd op oecumenisch niveau.

Onder leiding van de Heiligen Antonius, Makarius en Pachomius is vanuit Egypte in de vierde eeuw het kloosterleven verspreid. Door de generaties heen droeg de Egyptische kerk moedig het kruis van Jezus, lijdend soms aan christenen zelf, en heeft, zowel vroeger als tegenwoordig, talloze martelaars en belijders voor het Paradijs opgeleverd. Soms werden alle bewoners van een stad gemarteld. Velen van hen streden met blijdschap en vreugde om de kroon van het martelaarschap te kunnen winnen.

Onze kerk is oud en nieuw tegelijkertijd; oud omdat zij een Apostolische kerk is, opgericht door de Heilige Marcus de Evangelist; zij bewaart traditioneel het Apostolisch geloof zonder afwijking. Zij is nieuw vanwege de Levende Jezus “Die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend” (Psalm 103:5).

De Koptische kerk is rijk vanwege haar evangelisch leven, de patriottische erfenis, de hemelse aanbidding, de geestelijke ceremoniën, de levende kerkgezangen en de schitterende iconen. Zij richt het hart naar de hemel terwijl zij niet blind is voor het actuele dagelijkse leven. Wij kunnen zeggen dat zij een apostolische moderne kerk is, een kerk die het apostolische leven en het evangelische denken aan de hedendaagse mens, zonder afwijking, doorgeeft. Men vindt in het kerkelijke leven steun en kracht, waardering en heiligmaking, kunst, literatuur en cultuur.

Zij is de kerk van alle mensen. Of het nu een priester betreft, een leek, een man, een vrouw, een bejaarde of een kind ieder lid heeft zijn eigen rol. Zij is een kerk voor het hele gezin, voor de jongeren, zelfs het kind vindt er vreugde.


Wie zijn de Kopten?

De term Kopten is een equivalent voor Egyptenaren, en is afgeleid van het Griekse “Aigyptos” wat op zijn beurt weer is afgeleid van het oud Egyptische “Ha-ka-Ptah”, d.w.z. het huis van de geest Ptah, een van de meest vereerde Godheden in de Egyptische mythologie.

Na de Arabische verovering werd de term Kopten gebruikt om de christenen van Egypte te onderscheiden van haar islamitische burgers.

Kopten zijn de nazaten van de farao’s. Daarom worden ze de moderne zonen van de farao’ s genoemd. In de eerste vijf eeuwen hebben ze een grote rol gespeeld in de christelijke wereld.
Egypte in de Heilige bijbel

De Heilige bijbel concentreert zich op Jeruzalem “stad van vrede” “visioen van vrede”, zijnde het centrum van het beloofde land, waar God zijn woning heeft tussen de mensen. Hij accepteerde dat daar een altaar werd gebouwd in Zijn Naam, waar mensen Hem aanbidden, Hem offeranden en offers brengen en jubelen met vele feesten als teken van de hemelse vreugde.  

Dit is Jeruzalem, het symbool van de hemel, dat is genoemd “Het hemelse Jeruzalem is vrij en dat is onze moeder” (Galaten. 4:26). Aan de andere kant, vinden we Babel en Egypte: Babel de vertegenwoordiging van ongehoorzaamheid tegen God, geweld, ijdelheid (de toren van Babel, Genesis 11), het tegen elkaar opzetten van God en zijn gelovigen (de Babylonische gevangenschap), overspel en gruwel (Openbaringen 17:5). Egypte was bekend om haar overvloed. Israël en Juda zochten toevlucht bij haar farao’s uit angst voor Babylon. Daarom was Egypte een symbool voor de liefde van de wereld en het vertrouwen op menselijke kracht. (2 Corinthiers 18:21).

Egypte was een toevluchtsoord voor vele mensen, speciaal in tijden van schaarste en hongersnood, Abraham kwam naar Egypte (Genesis 12:10). Jozef kwam ook naar Egypte en werd de tweede man na de farao en deelde, uit de volle pakhuizen uit aan alle omliggende landen. Jakob en zijn zonen kwamen ook naar Egypte waar zij leefden en groeiden tot het volk van God met zijn twaalf stammen. Daar verscheen de eerste leider van Israël, Mozes, de grote profeet en zijn broeder Aaron, de eerste aartspriester die samen met Mozes het volk van God bevrijdde uit de handen van de farao. De Heilige Stefanus zei: “Zo werd Mozes onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in woord en daad”. (Handelingen 7:22).

Onder de profeten die Egypte bezochten was ook Jeremia, die het volk smeekte niet naar Egypte te vluchten, maar integendeel, zij dwongen hem mee naar Egypte te gaan (Jeremia 42,43:6,7) Hij bracht zijn laatste voorspelling uit in Tachpanches in Egypte (Jeremia 43:8, 44:30).

Aldus was Egypte een voorbeeld voor de heidenen tot wie Christus kwam om Zijn nieuwe volk op te roepen en Zijn kerk te stichten.

Hosea, de profeet, voorspelde dat de Zoon van God uit Bethlehem, voor wie geen plaats was in heel Jeruzalem, weg ging en vluchtte naar Egypte, waar hij een welkom vond in de harten van de heidenen. Door Hosea bracht God de Vader deze voorspelling uit, ” Ik roep Mijn zoon uit Egypte terug” (Hosea 11:1).

Jesaja de profeet, gaf ons meer details over deze Heilige reis: “Gezeten op een snelle wolk, komt Jahwe naar Egypte: Egypte‘s afgoden voor de Heilige reis: “Gezeten op een snelle wolk, komt Hem, (Jesaja 19:1). Te dien dage zal er een altaar voor de Heer zijn midden in het land Egypte en aan zijn grens en opgerichte steen voor de Heer” (Jesaja 19:19.)

Sint Cyrillus de Grote, interpreteert deze voorspelling als volgt: de glinsterende wolk die het Kind Jezus droeg naar Egypte was zijn moeder, de Heilige Maagd Maria, die de wolk in zuiverheid overtrof.

Het altaar, dat in het midden des lands was opgericht, is de christelijke kerk die gebouwd werd op het puin van de tempels van de heidenen, toen die samen met de goden in puin vielen in de tegenwoordigheid van Jezus de Heer.

Daarom jubelt de kerk op de dag van het feest van de komst van de Heer Jezus in Egypte zeggend: “Wees blij en jubel Egypte met uw volk en alle landerijen, want de Menslievende en voor alle tijden Aanwezige is tot u gekomen.”

Wij kunnen zeggen dat de komst van de Heer Jezus naar Egypte onze kerk met de goddelijke zegen heeft gestempeld waardoor haar gebeden, haar Liturgieën en haar gezang het geluid dragen van het hemelse leven.


De Heilige Familie in Egypte

De volgende zijn de belangrijkste plaatsen waar de Heilige familie langs is geweest.


Bubastis (nu Tal Basta)

De Heilige familie vertrok uit Bethlehem naar Egypte via de woestijn van Sinaï, lopend via de zuidelijke karavaanroute langs de kust van de Middellandse Zee van Gaza naar Raffia, overgestoken naar “Rhinocolura” (nu El-Arish).

Het laatste station voor de Heilige Familie in Sinaï was “Pelusium” (nu Al-Farma), gelegen tussen Rhinocolura en Port-Said en dat de oostelijke ingang naar Egypte was.

Van “Pelusium” zijn ze overgestoken naar “Bubastis”, (bij het huidige Zagazig), waar zij onder een boom, die naar men zegt overleefde tot A.D.1850, hebben gerust.

Hier, op de Bubastis heuvel, ontsprong een bron, waarvan de Heer Jezus dronk en ze werd ook een bron van genezing voor de vele zieken.

Al snel nadat de H. Familie de stad binnentrad, vielen de heidense beelden in puin. Dit wekte de toorn van de heidense priesters tegen de Heilige Familie op.

Daarom vertrok de Heilige Familie uit de stad naar een plaats die nu “Mostorod” heet.


El Matareyah

De Heilige Familie reisde van daar naar “Bilbais”, dan naar “Miniet-Genah” (nu Miniet Samanoud), waar ze de Nijl overstaken naar “Samanoud” en van daar naar “El-Borollos”. Daar weer de Nijl overgestoken naar de westelijke oever naar “Sakha”. Zij vervolgden hun reis in westelijke richting evenwijdig aan “Wadi-el Natroun” (Natroun vallei), ten zuiden van de “Sheheet” woestijn. Deze woestijn is later een paradijs voor monniken geworden.

De Heilige Familie reisde toen naar ” Ein Shams”, naar de wijk die nu “El Matareya” heet, waar ze beschutting zochten onder een boom. Deze staat nu bekend als de boom van de ‘Heilige Maagd Maria’. De Koptische kerk draagt de zorg voor deze boom waarop zij zeer trots is, zeker omdat deze nog bloesem draagt ondanks haar hoge leeftijd. Naast deze boom ontsprong een waterbron en groeien “Balsem” planten. Deze planten worden samen met vele andere kruiden en specerijen gebruikt bij het maken van de Heilige “Chrisma Olie” (gebruikt voor de Zalving na het Doopsel).

Pelgrims in de middeleeuwen reisden naar “El-Matareya” en de boom van de “Heilige Maagd Maria”. Tot op heden komen nog vele toeristen om deze plaats te bezoeken.

1.  Oud-Caïro

Oud-Caïro is het derde station voor de Heilige Familie. Hier staat de kerk van de Heilige Maagd Maria en een nonnenklooster (Deir Haret-Zouela) welke beide gelegen zijn aan de Zwaylasteeg. Maar de meest aantrekkelijke plaats is de grot in Babylon in Oud-Caïro waar een altaar in een nis staat. Het is waarschijnlijk dat het kind Jezus daar heeft geslapen. In de 4e eeuw werd boven deze grot de kerk van St. Sergius (Abu-Serga) gebouwd.

Binnen een week zakten de afgodsbeelden ineen. De toorn van de heidense priesters werd gewekt en zij jaagden deze vreemde familie de stad uit. Dus verliet de Heilige Familie Oud-Caïro en reisde naar Memphis. Van daar gingen zij naar “Maadi”, een plaats waar later de H. Maria kerk werd gebouwd. Misschien stond vroeger op deze plek een tempel. Deze kerk met haar drievoudige koepel dateert van de 13e eeuw.

2.  In Zuid-Egypte

De Heilige Familie stak de Nijl over en reisde naar Opper Egypte in Oostelijke richting naar “Bahnassa” (naast Beni-Mazar). Daar staken ze de Nijl weer over naar de oostelijke oever, waar ze stopten bij “Gabel-el-Tair” (Berg van de vogels) bij “Samalout”.

Van “Gabal-el-Tair”, ging de H. Familie naar “Ashmounin” bij “Mallawi”, toen naar het dorp genoemd “Philes”, ongeveer 20 km ten zuiden van Ashmounin.

Ze reisden toen naar de stad “Quskam” (nu Quossiah ) waar ze slecht werden behandeld en werden verdreven door dezelfde mensen die hun stenen beelden zagen vallen door Jezus. De H. Familie vluchtte naar een dorp “Mirah” (nu Mir), daarna naar de berg “Qusqam”, die bekend staat om zijn beroemd klooster van de H. Maagd genaamd “Almuharraq”. Daar op die berg werd hun door de Heilge Geest aangezegd terug te gaan naar Jerualem. Zij volgden de weg die hen naar de zuidkant bracht naar de berg Assyout, waar ze beschutting zochten in een grot die we nu kennen als het klooster van de Heilige Maagd in Doronkah,  Assyout.

3.  De kerk van de Heilige Maagd Maria in Zaytoun

Het is mogelijk dat de Heilige Familie “Zaytoun”, een voorstad van Caïro passeerde. Op en in de kerk van de Heilige Maagd Maria in deze voorstad, verscheen de Heilige Maria (van 2 April 1968 tot 1971) vele uren tegelijk voor vele mensen die overal vandaan kwamen. Deze verschijningen trokken de aandacht van de kerkelijke wereld en heeft velen naar het geloof terug gewonnen.

4.  Berg El-Kaf (Palm)

Er werd gezegd dat, terwijl de H. Familie de Nijl overstak naar “Gabal-El-Tair” een reusachtig rotsblok van de berg af kwam rollen en op hun boot dreigde te vallen. De Heilige Maria werd bang, maar haar zoon strekte zijn hand uit en hield het rotsblok tegen voor het op hun boot viel en liet een afdruk van zijn handpalm achter op de rots.

Koningin Helena, moeder van keizer Constantijn, gaf opdracht een kerk op die plaats te bouwen. Toen Almeric, koning van Jeruzalem Zuid-Egypte, in A.D. 1168, binnenviel, hakte hij dit stuk van de rots uit en nam het mee naar Syrië.

Hoe is het Christendom naar Egypte gekomen?

Sint Marcus wordt beschouwd als de stichter van de Koptische kerk in Egypte sinds hij er vanuit de westelijke grenzen arriveerde in het jaar A.D.61 Sint Marcus was een Afrikaans burger die in de stad Cyrenaica aan de Middellandse Zee woonde en met zijn familie naar Jeruzalem emigreerde. Zijn familie was aan de Heer Jezus gelieerd, en dan vooral aan zijn moeder Maria, wiens huis de eerste kerk ter wereld was, waarin de Heer Jezus de Heilige Eucharistie had gesticht en waarin God aan de apostelen, na de opstanding, verscheen en zijn Heilige Geest over hen zond.

De jonge Marcus was toegewijd aan God, die hem uitverkoren had één van de zeventig apostelen te zijn. De Bijbel noemt hem in bepaalde gebeurtenissen die te maken hebben met de Heer. Hij was de man die de kruik droeg toen Jezus twee van zijn aposelen stuurde om een plaats voor Pasen te bereiden (Marcus 14:13). Hij was dezelfde persoon ook die naakt wegvluchtte bij de arrestatie van de Heer (Marcus 14:51). Daarom noemt de kerk hem “Theo-rimoos”, d.w.z. de aanschouwer van de Heer.

Sint Marcus is de eerste patriarch van de Koptisch Orthodoxe kerk. Zijn opvolging werd ononderbroken tot nu toe voortgezet. De huidige patriarach is paus Shenouda III en hij is de 117 de opvolger van Sint Marcus. Zijn titel is : paus en patriarch van de grote stad Alexandrië, het Midden Oosten, Nubië, Soedan, Pentapolis en de emigratielanden.

De eerste die het christelijke geloof van Sint Marcus ontving was Ananias. Ananias werd later tot bisschop over Alexandrië benoemd en volgde Sint Marcus op.

De leeuw is het symbool voor de Heilige Marcus omdat zijn evangelie begint met de beschrijving van Johannes de Doper die als een leeuw in de woestijn brult (Marcus 1:3). Er is een verhaal dat vertelt hoe hij samen met zijn vader Arostalis in de woestijn van Jordanië liep toen er een leeuw voor hen verscheen. Door de kracht van Jezus en het bidden van Marcus viel het beest dood neer. Hierdoor geloofde de vader in de Heer Jezus.

Nadat Sint Marcus de apostel Ananias tot eerste bisschop van Alexandrië had gewijd, tegelijk met de wijding van drie priesters en zeven diakens, verliet hij Alexandrië en reisde naar Rome waar hij bleef tot het martelaarschap van de twee apostelen Petrus en Paulus in 64 A.D. en keerde terug in 65 A.D. Bij terugkomst zag hij hoe het aantal christenen inmiddels zodanig toegenomen was dat ze een kerk hadden gebouwd in Baucalis. Met Pasen in het jaar 68 A.D. werd hij ter dood gebracht.

Zijn apostolische werken:

1.  Prediking in Egypte, Pentapolis, Judea, Klein Azië en Italië.
2.  Oprichten van de School van Alexandrië ter verdediging van het Orthodoxe geloof.
      Deze School heeft grote Vaders van de kerk voortgebracht.
3.  Opstelling van  de Liturgie van Marcus  die nu bekend staat als de Liturgie van Sint Cyrillus.
4.  Schreef het Evangelie van Marcus.